Enige tijd geleden verscheen op GroentenInfo de fotoreeks over oerprei. Oerprei (Allium ampeloprasum) kan je telen als doorlevende groente in de groentetuin, in de siertuin of in pot op het terras.
De Egyptische ui of boomui (Allium x proliferum, syn. Allium cepa var. viviparum) is plantkundig zeer nauw verwant aan oerprei. Net zoals de oerprei is de boomui een doorlevende groente die gemakkelijk vegetatief te vermenigvuldigen is en zowat overal kan geteeld worden. Het feit dat de boomui meerjarig is en ondergronds steeds nieuwe bollen aanmaakt heeft deze groente gemeenschappelijk met de oerprei (parellook). De groeiwijze en de vorm van de bovengrondse plantendelen zijn dan weer beter te vergelijken met deze van de stengelui. De bladeren en “bloemstengels” van Egyptische ui zijn immers hol.
Gedurende enkele maanden van het jaar kan je deze uiensoort gemakkelijk onderscheiden van alle andere prei-en ajuinsoorten. Dat is de periode dat de plant bovengronds talrijke bolletjes aanmaakt. De kleine uitjes zitten dan in een krans bovenop de stengels. Dat maakt deze groente uniek en speciaal en ook wel een beetje grappig. Deze eigenaardige groente is zeer goed in pot te telen en kan zonder problemen overwinteren op het terras. In de vollegrond groeit boomui al even goed. Als je onvoldoende plaats hebt in de groentetuin kan je deze groente ook gemakkelijk telen in de siertuin. Doordat ze doorlevend is past ze zeker ergens in de vasteplanteborder. Zelfs de strengste winters zullen deze vaste groente niet doen verdwijnen.
We starten de fotoreeks begin juni 2010…
Foto 1 : Boomui in pot, het tweede jaar, begin juni Deze boomui werd geplant in het voorjaar van 2009 in een pot met een inhoud van ongeveer 15 liter. Omdat de plant, net zoals oerprei ondergronds vele nieuwe bollen maakt (zie foto …..), is de de plant het tweede jaar al sterk uitgestoeld. Het hele voorjaar kan je groen loof (pijpjes) oogsten van de plant. Vanaf einde mei groeien er van onder uit een soort bloemstengels (de plant schiet door). Deze zijn veel steviger dan het jonge voorjaarsloof en eigenlijk niet zo goed bruikbaar in de keuken. |
Foto 2 : Boomui in pot, het tweede jaar, begin juni De knoppen die einde mei, begin juni, bovenaan de stevige stengels groeien doen vermoeden dat er straks een mooi boeket aan typische bolvormige Alliumbloemen zullen openbloeien…. |
Foto 3 : Egyptische ajuin in vollegrond, het eerste jaar, begin juni. Toch niet, zo blijkt een week je later, deze uiensoort is echt wel een buitenbeentje. In de plaats van bloemen groeien er kleine bolletjes. Het zijn witgroene uitjes, waar er ook wat nieuw groen op staat. Natuurlijk kan je deze jonge bolletjes met het zeer jonge loof nu al eten, want eigenlijk zijn ze nu op hun best. Meteen wordt de betekenis van de Latijnse variëteitsnaam ‘viviparum’ duidelijk : “levendbarend, met jonge plantjes die op de bladeren gevormd worden” . Of ‘proliferum’ afkomstig van het Latijn ‘proles’ (ontspringen) en ferre (dragen). Natuurlijk kan je deze jonge bolletjes met het zeer jonge loof nu al eten, want eigenlijk zijn ze nu op hun best. (Voor de betekenis van botanische namen, raadpleeg het boek ABC van het plantenlatijn.) |
Foto 4 : Egyptische ajuin in vollegrond, het eerste jaar, eind juni Twee weken later groeien er al heuse plantjes bovenop de stengels. Nu wordt ook duidelijk waar deze Alliumsoort zijn Nederlandstalige naam aan te danken heeft. Deze planten zijn in het voorjaar van 2010 in de vollegrond uitgeplant (uit potjes, opgekweekt in het najaar 2009). |
Foto 5 : Egyptische ajuin in pot, het eerste jaar begin juli. De vroege zomermaanden zijn de beste om de broedbolletjes te oogsten. Vanaf begin juli tot begin augustus verwisselen de jonge uitjes geleidelijk hun frisgroene kleur voor bruin en worden ze harder. De broedbolletjes zijn nu minder geschikt om te gebruiken in de keuken. Dit is een foto van de boomui in 2009, m.a.w. de pot die je bovenaan het artikel zag een jaartje eerder. (foto 1 en foto 2). Het kan dus wel eens gebeuren dat de stengels van de boomui wat ondersteund moeten worden als de plantjes op de stengeltop te zwaar worden. Staat de plant in vollegrond, dan zullen de uitjes op de omgevallen stengels spontaan wortel vormen. |
Foto 6 : Bolletjes geoogst voor vermeerdering, half augustus. Wat je niet gebruikt hebt in de keuken, kan je half augustus van de plant halen en gebruiken als vermeerderingsmateriaal. Het aantal plantjes dat je in 2010 kan halen van één moederplant aangeschaft in het voorjaar 2009 is enorm. Niet te vergeten dat er ook in 2009 al tientallen plantjes van deze moederplant konden gehaald worden. |
Foto 7 : Bolletjes hebben wortel gevormd en het eerste loof is aan het groeien, half september. Het telen van Egyptische ajuin lijkt wel kinderspel als je het zo ziet. Het is het gemakkelijkst de bolletjes in potjes op te kweken en in het vroege voorjaar uit te planten. Je kan ook rechtstreeks in de vollegrond planten, maar de kleine plantjes onkruidvrij houden in het vochtige najaar is niet altijd even makkelijk. |
Foto 8 : Valse meeldauw op tweejarige plant in pot, half juni. Half juni, zien we op de tweejarige plant in pot plots valse meeldauw verschijnen. Op nauwelijks één week tijd is de aantasting al zeer sterk uitgebreid. Deze foto is maar één week later genomen dan de perfect gezonde plant op foto 1! Alhoewel sommige bronnen vermelden dat de boomui zowat ongevoelig is voor ziekten heb ik in de Groente & Fruit Encyclopedie ook al geschreven dat deze uiensoort eigenlijk wel gevoelig is voor valse meeldauw. Deze foto’s bevestigen dit. Misschien is de Egyptische ui wel gevoelig voor valse meeldauw, het hoeft daarom nog niet te betekenen dat de plant volledig zal afsterven. Het is immers een doorlevende groente! |
Foto 9 : Valse meeldauw op tweejarige plant in pot, half juni. Het schimmelpluis van de valse meeldauwschimmel tiert weelderig. Als het loof lang nat blijft zijn alle uisoorten gevoelig voor valse meeldauw. Maar zo snel gaat het alleen bij Egyptische ajuin, lijkt het. |
Foto 10 : Valse meeldauw op tweejarige plant in pot, eind juni. Nauwelijks één week later is de prachtige plant in pot vrij sterk aangetast. Het loof wordt bruin en droog. |
Foto 11 : Valse meeldauw veroorzaakt volledig afsterving van het loof op een tweejarige plant in pot, eind juli. Uiteindelijk sterft de volledige plant af. En het lijkt erop dat de plant verloren is. Nu kunnen we inderdaad niet meer echt spreken van een “echte blikvanger op het terras”. Tijd om de plant aan de kant te zetten, maar niet voor lang. Want wie aandachtig de foto bekijkt ziet toch wel wat ‘groene hoop’ verschijnen onderaan de plant. |
Foto 12-13 : Nieuwe loofgroei in het najaar 2010. Opmerking : eigenlijk hebben we hier te maken met iets gelijkaardigs als bij oerprei. Ook bij oerprei sterft het loof tijdens de zomer, voorafgegaan door een aantasting door de roestschimmel. Vanaf augustus-september groeit er dan nieuw loof. |
Foto 14 : Boomui in vollegrond, eerste groeijaar, augustus. Bij deze in de vollegrond uitgeplante Egyptische ajuin kwam de aantasting van valse meeldauw pas veel later en slechts enkele stengels van de plant worden aangetast. De foto is genomen in augustus op het moment dat de boomui in pot bovengronds zowat volledig afgestorven was. De gelijkenis met stengelui is treffend! |
Foto 15 : Egyptische ajuin in pot, eind december 2010 Bij vorst zal het loof snel slijtage vertonen. Van zodra het in het vroege voorjaar wat warmer wordt zal er nieuw loof groeien. Eind mei komen er dan de “bloemstengels” en kan de cyclus herbeginnen. |
Foto 16 : Egyptische ajuin, uitgegraven uit vollegrond, eind december 2010 Zowel in het najaar als in het voorjaar kan je tweejaarse planten gaan scheuren. Je haalt de planten uit elkaar en plant ze opnieuw op dezelfde diepte, op een voldoende ruime afstand. |
|
Nog enkele teelttips : de bemesting kan dezelfde zijn als bij ajuin, dat wil zeggen dat extra stikstof toedienen eigenlijk overbodig is. Wat extra kalium onder de vorm van patentkali of tuinpotas (tuinkali) is aangewezen. Plant de jonge plantjes of bolletjes op een voldoende ruime afstand (bv 30 x 20 cm), zodat de planten ook het tweede jaar nog voldoende ruimte hebben en ze na een regenbui snel kunnen opdrogen. Hoe beter de planten kunnen opdrogen hoe minder kans op valse meeldauw.
Laat een antwoord achter aan leo Reactie annuleren