Misschien zit de klimaatsverandering er voor iets tussen? De mineervlieg is blijkbaar aan een opmars bezig. Afgelopen zomer was het opvallend hoeveel koolgewassen aangetast waren door mineervlieg. (zie artikel Mineervlieg, een nieuwe plaag in koolgewassen!). De seldermineervlieg en tomatenmineervlieg zijn al heel wat langer gekend. Ook spinazie, veldsla en sla heeft wel eens last van mineervlieg.
Mineervliegen zijn kleine vliegjes. De larven van mineervliegen mineren in de bladeren van planten en maken gangetjes in de bladeren. Daarbij laten ze de epidermis (opperhuid van bladeren) onaangetast.
En nu is ook wat prei betreft de kogel door de kerk! Het is mineervlieg! Geen preivlieg! En ook geen preimot (maar dat wisten we al). De trouwe lezer weet wel waarover het hier gaat. Het raadsel in het artikel “Gewoon preivlieg of toch een andere vlieg?” is opgelost!
Wat vooraf ging.
Het begon allemaal met het commentaar van Henri Daenen uit Genk op het artikel van de preimot Op het eerste zicht heel mysterieus. Maar Jan Segers herkende het probleem en stuurde een aantal foto’s in. Het was nu duidelijk dat het een vlieg betrof, maar welke? Preivlieg was een optie, maar het was toch wel wat laat op het seizoen en de prei was eigenlijk te dik om nog last te hebben van de preivlieg. Dit was het moment dat GroentenInfo de hulp inriep van verschillende professionele onderzoekers. Zij konden echter niets met zekerheid beamen. Jan was bereid poppen op te sturen naar het proefstation van Kruishoutem. Waar onderzoeker Luc Dereycke bereid was de zaak verder op te volgen. Ondertussen bleven de reacties van hobbytuinders toestromen. Wel zo’n 30 hobbytuinders maakten melding van het probleem. Maar geen enkele professionele tuinder of onderzoeker die er ooit mee te maken had.
Het grote nieuws
Vorige week dan het grote nieuws. Onderzoeker Luc Dereycke stuurde mij een kopie uit het Duitse vakblad voor de professionele tuinbouw Monatsschrift waar de beschreven symptomen absoluut overeenkwamen met wat in de vele commentaren van hobbytuinders terug te vinden was. In Duitsland geen onbekende blijkbaar.
En nu ter zake
In het artikel bespreekt men het schadebeeld van de Napomyza
gymnostoma, in het Duits Lauchminierfliege genoemd. Door te gaan zoeken op deze wetenschappelijke naam blijkt de plaag ook “nieuw” te zijn in Engeland. Daar heeft men het over de Allium Leaf Miner (klik). Ook in Zwitserland heeft men er een artikel over gepubliceerd (klik hier, pdf).
Het gaat hier om een relatief nieuwe plaag die komt overgewaaid uit Centraal Europa en via Zuid-Duitsland naar onze contreien komt.
Vooral in het Zwiterse artikel zijn de foto’s op bladzijde 2 heel duidelijk en bewijzen dat het wel degelijk om een mineervlieg gaat.
Levenscyclus
Het insect heeft een opvallende levenscyclus, die perfect de gesignaleerde schade van de lezers verklaart.
Generatie 1
Vlucht en eiafleg vanaf april tot mei. Mineervliegen maken voedingsstippen met hun legboor. Een eerste teken dat de mineervlieg actief is. De eitjes worden afgelegd aan de basis van de bladeren of in de schacht van de prei. De larven die daaruit ontstaan voeden zich en banen zich een weg naar beneden in de schacht van de prei, waar ze verpoppen vanaf einde mei/begin juni gevolgd door een
diapauze (rustperiode als pop) in de plant tot september.
Generatie 2
Deze mineervliegen kennen hun vlucht en eiafleg vanaf september tot november. Het zijn de larven van deze generatie die verantwoordelijk zijn voor de schade gesignaleerd door vele hobbytuinders.
Vanaf november overwinteren de larven als pop in de prei.
Dit alles verklaart waarom
– de plaag bij prei voorkomt in het najaar, vooral bij late herstprei en winterprei. Bij het verschijnen van de eerste generatie is er immers nog niet veel prei geplant.
– de poppen in de prei te vinden zijn.
Opvallend
Het valt op dat het insect ’s zomers in rust gaat en laat in het najaar opnieuw actief wordt. Terwijl wortelvlieg, koolvlieg, motten enz.. het stilaan voor bekeken houden eind oktober blijft deze mineervlieg nog actief. Zouden de zachte winters van de afgelopen jaren de plaag in de hand gewerkt hebben?
Wat te doen?
Gewasresten opruimen
Het insect overwintert als pop in de prei. Het is dus belangrijk de prei zorgvuldig en volledig te rooien, en daarna niet schoon te maken in de tuin. Zo kun je ervoor zorgen dat alle poppen in vuilniszak terecht komen en niet in de groentetuin overwinteren. Wie zijn gewasresten in de tuin achter laat zorgt voor extra plaagdruk het volgende jaar.
Insectengaas langer laten liggen op de prei moet de plaag terugdringen. In tegestelling tot wat vroeger beweerd werd, zal de hobbytuinder die last heeft van deze mineervlieg zijn insectengaas laten staan tot november!
Update: Het commentaar van Danny onderaan dit bericht doet er ons aan herinneren dat mineervlieg klein is, kleiner dan koolvlieg of preivlieg. De maaswijdte van het gaas mag maximum 0,8 mm zijn!
Schadedrempel verhogen.
De schade is, heb ik de indruk, in de meeste gevallen voor de hobbytuinder niet catastrofaal. Het gewas is niet verloren, maar er is wel meer verlies bij het schoonmaken. Het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel is dan ook een keuze die wel overwogen moet worden.
Bespuitingen zijn niet noodzakelijk, gelet op de niet vernietigende schade, maar als er toch voor gekozen wordt, moeten ze vanaf eind september of oktober uitgevoerd worden, en enkel vanaf het moment dat je de voedingsstippen waarneemt.
Als je geen voedingsstippen waarneemt dan moet er ook niet behandeld worden. Ook wie er geen erg in heeft dat er wat gangetjes in de prei zijn hoeft niet te spuiten!
Gebruik een insecticide tegen bijtende en zuigende insecten. Pyrethrum, het biologische, maar helaas breedwerkende middel, is een mogelijkheid. Daarvan zijn diverse merken in de handel te koop. Nadeel van het middel is zijn heel korte werkingsduur. Voor rupsen en bladluizen is dit geen probleem, voor mineervlieg wel daar deze zeer mobiel zijn en daags na de bespuiting opnieuw kunnen komen aangevlogen. Van eitjes die pas enkele dagen later uitkomen worden de maden ook niet bestreden.
Een interessant middel is Conserve (artikel op GroentenInfo) op basis van de actieve stof spinosad aangewezen. Het middel is afkomstig van een extract van een bacterie en is veilig voor heel wat biologische bestrijders. En erkend in de preiteelt. Het is dus selectiever dan Pyrethrum. Het is actief tegen mineervlieg, groentevliegen, rupsen en tripsen. Daarbij heeft heeft het een beschermende werking gedurende zeven tot tien dagen. Bladluizen worden niet bestreden. Het spaart lieveheersbeestjes, maar het is wel gevaarlijk voor bijen zolang het niet opgedroogd is. Niet op bloeiende planten gebruiken dus.
Het middel staat op de Europese lijst van de stoffen toegelaten in de biologische landbouw.
Foto : Merkt u deze symptomen (voedingsstippen) op de prei, dan is de mineervlieg actief geweest en kunt u binnenkort larven verwachten. Het zijn de voedingsstippen die de aanwezigheid van de mineervlieg verraden. (Bron foto)
In de professionele vakpers is, naar aanleiding van de signalering op deze website, een artikel verschenen over de mineervlieg bij prei. Klik op de afbeelding hiernaast om het te lezen.
Voorschriften bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
(zie voor de volledige tekst : bayergarden.be)
1. Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing op het etiket
2. Beschermende kleding dragen
3. Bij het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen niet eten, drinken of roken
4. Dosering nauwkeurig vaststellen
5. Slechts zoveel spuitvloeistof gebruiken als nodig is
6. Windstilte en koele temperaturen afwachten
7. Alle gebruikte gereedschappen zorgvuldig schoonmaken
8. Na toepassing zorgvuldig wassen
9. Gewasbeschermingsmiddelen veilig bewaren
10. Wachttijd in acht nemen
Laat een antwoord achter aan Plantaardig Reactie annuleren