Dit artikel gaat over de verschillende aandachtspunten bij de aankoop en het uitplanten van groenteplanten.
Het lenteweer bracht een grote drukte op gang in de tuincentra deze week. In de afdeling groenteplantjes is het assortiment aangevuld. Bij mijn bezoek aan het tuincentrum werd ik aangesproken door een dame die mij vroeg “of die slaplantjes al buiten kunnen geplant worden??”
Ik vond het dan ook een goed idee om even het aangeboden vroege assortiment van groenteplanten één voor één te bespreken en de verschillende aandachtspunten bij de aankoop en het uitplanten de revue te laten passeren. Sommige groentesoorten zijn inderdaad op hun best als ze zo vroeg mogelijk geplant worden. Maar er zijn ook groenten die nu beter nog niet geplant zouden worden, of in ieder geval in beperkte hoeveelheid.
Perspotjes
Niet laten uitdrogen.
Zowat alle groenteplantjes worden momenteel aangeboden in perspotjes. Laat perspotjes, tijdens het afharden, niet helemaal droog worden. Dit is nefast voor de gezondheid van de wortels en ze zijn moeilijk te herbevochtigen. Enkele uren voor het uitplanten laat je de perspotjes voldoende water opzuigen door ze een kwartiertje in een laagje water te plaatsen.
Voldoende diep planten
Plant, de perspotjes zodanig dat ze volledig in de grond zitten. Perspotjes die boven de grond uitsteken, zullen bij zonnig of winderig weer zeer snel uitdrogen.
De eerste week moet het perspotje immers steeds vochtig blijven omdat er nog niet voldoende doorworteling is.
Dit kan enkel door
- de perspot water te laten opzuigen
- door voldoende diep te planten
- door na het planten aan te gieten zodat de tuingrond goed aansluit tegen de perspot.
Afharden
Zijn de plantjes pas geleverd aan het tuincentrum of worden ze te koop aangeboden in de kas van het tuincentrum, dan is het best alle groenteplanten nog even te laten afharden vooraleer uit te planten. Dit schept de gelegenheid om het blad en stengel sterker te maken.
Waarom afharden?
Deze groenteplantjes zijn opgekweekt in de kas. Dat betekent dat ze een vrij constante opkweektemperatuur en regelmatig water gekregen hebben. Dit maakt dat, als je ze direct uitplant in de groentetuin, ze een sterke klimaat- en vochtschok zullen ondervinden. ‘s Nachts kan de temperatuur nog flink dalen, overdag kan de oostenwind en de zon voor een sterke verdamping zorgen. Dit kunnen de nog zachte ‘serreblaadjes’ nog niet zo goed aan. Ook al omdat de plantjes allemaal afzonderlijk komen te staan en geen bescherming hebben van de buurplantjes zoals dat tot voor het uitplanten het geval was. Met andere woorden : er is geen beschermend microklimaat meer. Tot slot is het zo dat bij het uitplanten de perspotjes uit elkaar gehaald worden en zo de wortelgroei voor korte tijd verstoord wordt.
Heel wat veranderingen dus voor die kleine plantjes. Dit alles samen zorgt zeker en vast voor een al dan niet kortstondige groeistilstand. Door af te harden kunnen we de overgang minder bruusk maken en de groeistilstand alvast minimaliseren
Hoe afharden?
Het is dus goed de plantjes een tijdje in hun potjes of bakjes te laten en nog enkele dagen in open lucht, op het terras of op een andere ietwat beschutte, maar wel zonnige plaats te laten afharden. Zo worden de planten gewoon aan de lagere nachttemperaturen en de blaadjes worden steviger. Bij het uitplanten zijn ze dan minder gevoelig voor koude en overmatige verdamping. Door het afharden zal ook de kleur van de blaadjes donkerder groen worden of zullen de plantjes een lichte, paarse verkleuring vertonen. Deze paarse kleur is afkomstig van de kleurstof anthocyaan die bij lage temperaturen minder vlot getransporteerd wordt doorheen de plant.
Spitskool afharden | |
Voor : let op de bleekgroene stengel van de plantjes | Na vier dagen afharden : lichte paarse verkleuring op de steel en een paarse schijn op de blaadjes. |
Slaplantjes
Er is dikwijls keuze uit een ruim assortiment : Kropsla, Lollo Rossa, Lollo Bionda, Rode eikenbladsla, Groene eikenbladsla, Batavia en ijsbergsla.
Al deze slaplantjes kunnen vanaf begin april in open lucht geplant worden, zonder gevaar op vorstschade. Een graadje nachtvorst zal de plantjes niet vernietigen, hoogstens het oogsttijdstip wat verlaten. Daarom, om een zekere spreiding in de oogst te hebben, kan je op hetzelfde moment ook enkele plantjes onder een klein tunneltje of in de koude bak planten. Denk er ook aan dat de groene slasoorten sneller groeien dan de rode slasoorten.
Plant, in tegenstelling tot de kasteelt, de perspotjes voldoende diep. Zo vermijd je dat op een sterk drogende dag de perspotjes op één dag droog staan. De plant kan in het begin immers nog geen vocht uit de omliggende, vochtige grond halen. Voor zowat alle slasoorten is 30 cm tussen en in de rij een goede plantafstand. Vermijd uitdroging in het begin, geef water indien nodig.
Het is nu zeker en vast een goed moment om sla te planten in de moestuin. Reken ongeveer 6 weken vooraleer je de eerste, nog jonge kropjes, kan oogsten. De oogst kan dan ongeveer twee weken doorgaan, daarna is er kans op opschieten. Daarom dat het goed is telkens, om de twee tot drie weken, nieuwe slaplantjes in de tuin te zetten.
Spitskool
Lente-kool
April is zeker en vast een goede maand om spitskool te planten. Deze snel groeiende lente- en zomerkool heeft een zachtere smaak dan de andere sluitkolen. Spitskool is dan ook goed bruikbaar in zomerse gerechten, gestoofd in de wok, of rauw in salades.
Diep planten
Spitskool vormt een vrij lange stengel. Grote planten worden dan ook diep geplant. Het “hart” (= groeipunt) van de plant blijft echter altijd boven. Spitskool mag iets minder ruim geplant worden dan de andere sluitkolen. 50 cm tussen de rijen en 40 cm in de rij is een goede afstand.
Oogst
De vroege geplante spitskool kan al eind juni geoogst worden. Plant niet teveel in één keer, want spitskool is gevoelig voor barsten als die te lang blijft doorgroeien. Dan zijn de kolen ook minder lekker. Je kan in mei nog eens een paar plantjes kopen, om ook in juli nog over spitskool te beschikken. Of je later ook nog spitskool wil planten hangt een beetje af van wat je zelf wil, want spitskool is toch wel een typische vroege groente die in de late zomer wat van zijn charme verliest.
Koolvlieg en rupsen
Spitskool is een koolsoort, wat betekent dat de koolvlieg en rupsen zeker van de partij zullen zijn. Hoe vroeger je de spitskool plant, hoe minder last je er van zal hebben. Koolkragen en insectengaas (foto) kunnen uitkomst bieden, maar je kan ook twee biologische middelen gebruiken: i Conserve (i koolvlieg, rupsen) en i Pyrethrum (rupsen).
Rode kool, witte kool
Ook de andere sluitkoolsoorten worden in april al te koop aangeboden. Toch even opletten hier bij de aankoop. Hou er rekening mee dat de oogst midden in de zomer zal vallen. En dat lijkt nu niet echt het moment om al heel veel kool op tafel te brengen. Daarbij komt dat je deze kolen ook niet lang kan overhouden in de tuin en dat ze al zeker niet geschikt zullen zijn voor de bewaring. De rode kool en witte kool zal snel i openbarsten en kan dus slechts een korte tijd geoogst worden. Wie toch graag rode kool in de zomer wil, kan nu enkele plantjes uitplanten, maar hou de rest voor later. Wil je in de herfst rode kool of witte kool oogsten, of wil je bewaarkool telen, plant dan half mei (herfst) tot half juni (bewaarkool) nog wat vers plantgoed.
(zie ook i de teelthandleiding rode kool)
Spruitkool
Jawel, ook spruitkool staat begin april al in de rekken. Dit is echt wel heel vroeg. Misschien ben je een echte spruitjesfanaat en wil je in augustus al de eerste spruitjes op het menu. Het is logischer spruitkool te planten in mei (voor oogst september-oktober) of begin tot half juni (oogst november-december en later). Het oogsttijdstip bij spruitkool is echter slechts gedeeltelijk afhankelijk van het planttijdstip. Ook het ras speelt een grote rol. Gelijktijdig uitgeplant, zal het ene ras verschillende weken vroeger oogstbaar zijn dan het andere (late ras). Zie ook i de tekst over teeltspreiding bij spruitkool.
Peterselie
Het loont zeker de moeite om nu enkele peterselieplantjes aan te kopen. Deze zorgen binnen een goeie maand voor een mooie eerste oogst. En door regelmatig plukken kun je er nog een flink stuk van de zomer van genieten vooraleer ze opschieten. Doordat er meerdere plantjes in één perspot staan moet je de peterselie voldoende ruimte geven, plant ze uit op 30 x 30 cm.
Geelverkleuring
Peterselie houdt van wat schaduw. Verder heeft peterselie dikwijls last van geelverkleuring door zwakke wortels en wortelvlieg Ook een virus- of bladluisaantasting speelt een rol bij de geelverkleuring van peterselie. Heel veel moestuinders telen het bedje peterselie dan ook onder insectengaas. Dan heb je extra schaduw en kunnen de bladluizen en de wortelvlieg niet bij de plantjes.
Snijselder, groene selder, bleekselder.
In april bleekselder of knolselder planten is vrij vroeg. Het vroegste planttijdstip is eventueel eind april. Zo vroeg op het jaar selder uitplanten schept een aantal risico’s. Ten eerste is bleekselder tamelijk vorstgevoelig. Voor het begin van mei planten is dus af te raden. Groene selder of snijselder verdraagt beter de vorst en kan eventueel al de grond in. Maar ook dan nog in beperkte hoeveelheid, en enkel voor een vroege oogst. Het is beter in mei (oogst zomer) en juli (oogst herfst) bladselderij te planten. Ook knolselder voor de bewaring planten we beter in mei. Vind je nu knolselderplantjes in het tuincentrum, plant er dan enkele, alleen voor een vroege oogst.
Zoals je kan lezen in i de teelthandleiding van selder, moet selder warm opgekweekt worden. Komen de plantjes te vroeg buiten, dan krijgen ze toch nog een koude-inductie met opschieten tot gevolg. Staan de plantjes al een tijdje in het tuincentrum, dan zijn ze ook daar al een tijdje blootgesteld geweest aan de koude. De selder zal, afhankelijk van het voorjaarsklimaat, hoogstwaarschijnlijk vroegtijdig opschieten. Vroegtijdig wil hier zeggen : “voor de plant een redelijk hoeveelheid blad gevormd heeft”. Zoals dat vorig jaar het geval al half juni (foto) het geval was met snijselder, aangekocht begin april. Schiet de snijselder in juni toch op, snij ze dan af boven de grond en ze zal opnieuw jong blad vormen.
Broccoli
Broccoli is echt onmisbaar in de lente-moestuin. Heb je (nog) geen zelf geteelde plantjes, dan moet je er nu echt wat kopen. Eind juni kan je dan de eerste broccoli oogsten. Regelmatig (om de drie weken) opnieuw planten als dit één van je favoriete groenten is, is de boodschap. Ook in volle zomer en in de herfst is broccoli vrij makkelijk te telen, als je de typische koolplagen (koolvlieg en rupsen) in de gaten hebt
In ieder geval een heel gezonde groente!
Zie i de vierdelige reeks over broccoli telen.
Hartloosheid
Het enig nadeel bij het vroeg telen van broccoli en bloemkool is dat er wel eens hartloosheid kan voorkomen. Vorig jaar verscheen er op GroentenInfo nog een i artikel over klemhart of hartloosheid. Dit kan bij eigen opkweek voorkomen, maar ook gekochte planten kunnen er last van hebben. Zo vond ik in één setje van zes planten, twee hartloze planten die dus niet kunnen geplant worden. (zie foto, de twee plantjes op de houten lat). Broccoli heeft meestal een minder lange stengel waardoor niet zo diep als bloemkool moet geplant worden, maar zoals bij alle koolsoorten is het wel goed te planten met het hart van de plant net boven de grond.
Bloemkool
Nog zo’n groente die onmisbaar is als vroege vogel. Bloemkool mag zeker niet ontbreken bij de eerste plantingen in de moestuin en planten in april is dan ook een aanrader. Een vroege bloemkoolteelt lukt op zowat alle grondsoorten en heeft het minste last van koolvlieg en rupsen. De oogst van een planting begin april kan eventueel al eind juni. Bij ongeveer dezelfde plantgrootte doet bloemkool er tien dagen langer over dan broccoli vooraleer er kan geoogst worden. Je kan dus broccoli en bloemkool gelijktijdig planten, zonder alles in één week te moeten oogsten. Bloemkool wordt ruimer (60 x 60 cm) geplant dan broccoli (45 x 45 cm ).
Net zoals bij alle koolsoorten is wel goed te planten met het hart van de plant net boven de grond, zo vermijd je het
“i afdraaien van koolplanten door de wind (artikel en foto’s)”
Laat een antwoord achter aan WILLY DE GREEF Reactie annuleren