Zullen patenten de diversiteit aan groenterassen straks nog meer beperken? Onderstaande video en een audioverslag was voor mij de aanleiding om in dit artikel kort de evolutie te schetsen van de zaadteelt van groenten, van regionale rassen tot hybriden en nu misschien groenten met een ‘Trade Mark’. In slechts 50 jaar tijd is de evolutie in de zaadteelt enorm geweest. Laat ook horen wat u vindt van deze nieuwe evolutie.
Video
Audio
Tekst
1. Strijd-om-gerimpelde-tomaat-en-gezondere-broccoli.html –2. Patent-op-broccoli.html – 3. wie-is-de-eigenaar-van-broccoli/
Regionale tuindersselecties
Tot de jaren zestig van vorige eeuw had iedere tuinbouwregio dikwijls zijn eigen groenteras. Zaadteelt gebeurde door de tuinders zelf, zodat zij hun eigen rassen konden selecteren volgens de typische eisen van de streek. Ze hadden namen als “Mechelse krombek” of “Mechelse Vroege,” “Walcheren Winter”, “Langedijker Vroege”, “Vroege van Enkhuizen”, “Amsterdams Reuzenblad”, “Roem van Zwijndrecht”, enzovoort.
Landelijke rassen
Toen kwamen er de veredelingsfirma’s die geleidelijk aan de taak van de tuinders overnamen. Economische noodwendigheid dwong de tuinder immers tot verdere specialisatie en één van de eerste activiteiten die afgestoten werd, was de zaadteelt. Zo kwam het dat er groenterassen ontstonden die over het hele land geteeld werden.
Hybriderassen
Maar de grootste evolutie was de opkomst van de F1-hybriden. F1- hybriden van Tomaten en andere vruchtgroenten waren de eerste waarvan hybridezaden geteeld werden. Dit omdat de hoge kostprijs van de zaden bij groenten met lage plantdichtheid en hoge opbrengst per plant het beste kon verantwoord worden. Daarna kwamen ook heel wat andere groenten aan bod, bij veel groenten is de evolutie naar hybriden nog vrij recent. Bloemkoolhybriden zijn er pas sinds begin jaren negentig. En hybriderassen bij prei deden nog maar bij het begin van deze eeuw hun intrede. Hoe dan ook, telkens van een groentesoort hybriderassen geïntroduceerd worden, blijkt dit een succes te zijn.
Voor- en nadelen van hybriderassen.
Over de voor- en nadelen van hybriden hebben we het wel eens gehad.
Je kan er over lezen in het artikel Oude groenterassen contra hybriderassen. Een grotere groeikracht, een betere bestendigheid tegen veel ziekten en plagen en een grotere uniformiteit zijn de voornaamste pluspunten. Dat laatste, lijkt mij, voor de hobbytuinder en voor éénmalige te oogsten groenten soms een nadeel te zijn.
Zo zullen tien hybride-bloemkolen allemaal binnen enkel dagen oogstbaar zijn, zo spaart de tuinder op arbeid. Maar dat kan de moestuinder op zo’n korte tijd niet verwerken. Spruitjes zullen allemaal even groot zijn op de stam, wat het machinaal oogsten gemakkelijker maakt. Maar als moestuinder wil je liever regelmatig wat spruitjes oogsten, over een langere periode. Zelf zaden telen van hybriden is niet mogelijk. Omdat je dan een zogenaamde uitsplitsing krijgt van de ouderlijnen en er dus andere eigenschappen in de nakomelingen te vinden zijn. Soms valt dit mee, maar het kan even goed dat deze tweede generatie niet goed is.
Hybriderassen vallen onder kwekersrecht.
Hybriden waren dus eigenlijk al een soort ‘patent’ voor de zaadhuizen. Niemand mocht gedurende een flink aantal jaren dit ras zelf telen. Maar alle veredelingsfirma’s mochten wel de eigenschappen die in dat hybrideras aanwezig waren overnemen naar hun eigen teeltlijnen. En dat laatste is nu net het grote verschil tussen “kwekersrecht van groenterassen” en het recent opgedoken fenomeen van “patent bij groenterassen”.
Om maar een voorbeeld te geven : knolvoetresistente kool. Dit werd, meen ik te weten, eerst op de markt gebracht door Syngenta. Maar, andere zaadhuizen mogen die eigenschap wel overnemen en inkruisen in hun eigen rassen en koolsoorten.
Waarom patenten te ver gaan.
Met de invoering van patenten zou dit betekenen dat je een patent neemt op een bepaalde eigenschap van een groente. En net daar gaat men te ver. Een voorbeeld van een recent verkregen patent, is dat van een broccolisoort waar extra veel glucorafanine in zit, een stofje dat goed zou zijn tegen kanker. De naam van de Broccoli is Beneforté TM
Inderdaad de Trade Mark (TM), dat is nieuw bij groenten!
En ook voor een gerimpelde tomaat met een laag watergehalte, een patent aangevraagd en verkregen.
Het komt steeds vaker voor dat nieuwe gewassen met speciale eigenschappen een patent krijgen. Maar veel wetenschappers, milieu-activisten en zelfs de zaadhuizen keren zich daar nu tegen!
Kruisen, geen GMO
Het gaat bij gepatenteerde groenten niet om genetisch gemanipuleerde groenten, maar nieuwe rassen die door het kruisen en veredelen van andere rassen zijn ontstaan. Het broccolipatent is in handen van het Britse Plant Bioscience Limited en het tomatenpatent is van het Israëlische ministerie van landbouw.
Zo’n patent heeft dan niet alleen betrekking op de kruisingsmethode, maar ook op de zaden en planten die daar het resultaat van zijn.
Tegenstand
Zowel tegen de broccoli als de tomaat loopt een beroepsprocedure bij het Europees Patentbureau in München.
Hier kan je de aanklachten lezen voor de broccoli en voor de tomaat. Het zijn testcases voor alle groentepatenten. De klagers willen dat de patenten worden ingeperkt of helemaal ingetrokken. Voor het eind van dit jaar doet het Patentbureau uitspraak.
Bert Visser, directeur van het Centrum voor Genetische Bronnen in Wageningen, een instituut dat zaden van allerlei planten bewaart:
"Een patent op een groente is raar, want is er wel sprake van een uitvinding?
Het patentrecht dat nu gebruikt wordt, was eigenlijk voor de chemische industrie bedoeld en wordt nu opeens gebruikt in de biologie. Er zijn al duizenden patenten op groenten aangevraagd en er zijn er al veel verleend.
Hierdoor zullen de consument en de boer in de toekomst afhankelijk worden van enkele grote spelers die zich patenten kunnen veroorloven. Met zo’n groot wereldvoedselvraagstuk is het slecht dat we richting afhankelijkheid van multinationals gaan."
Veredelaars
Ook sommige veredelaars maken zich zorgen over de patenten. Zo ook het bedrijf Rijk Zwaan uit het Westland, dat bij de tien grootste groenteveredelingsbedrijven ter wereld zit. Ben Tax, directeur van Rijk Zwaan :
"Als er een patent is op een eigenschap in een tomaat, dan is die tomaat niet meer beschikbaar voor andere veredelaars.
Wij willen juist op zo’n tomaat voortborduren om er een nog mooiere tomaat van te maken. Een veredelaar wil dus graag een breed spectrum van eigenschappen tot zijn beschikking hebben, zodat hij voortdurend verbeterde tomaten kan ontwikkelen.
We hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid: de wereldbevolking voorzien van lekkere groenten. De natuur is voor iedereen bedoeld.
In de komende weken moet blijken of het Patentbureau in München ook vindt dat het zelf te ver is gegaan met het verlenen van patenten op groenten.
Laat een antwoord achter aan jan walta Reactie annuleren