Dit artikel is een opvolging van de artikels over asperges zaaien (2007) en asperges planten (2008). In het tweede artikel vind je ook al heel wat info over het verdere teeltverloop.
Na een vrij probleemloos groeiseizoen waarbij noch de aspergekever, aspergevlieg of aspergeroest roet in het eten gooiden werden de stengels van het afgestorven loof in november 2008 een tiental centimeter diep onder de grond afgesneden. Zo haal je eventuele overwinteringspoppen van aspergevlieg ook weg. Door de koude winter gevolgd door een donkere en koude februarimaand met daarna een allesbehalve zachte eerste helft van maart leek het er op dat de groei maar traag op gang zou komen.
Ruggen maken.
Tijdens een droge periode in maart werd de grond boven de aspergerij al eens oppervlakkig los gemaakt met een spitvork. Zo zal de grond sneller drogen en opwarmen.
Een plotse ommeslag in het weer bracht al snel verandering in de trage groei. Eén van de eerste dagen van april was er al de eerste aspergestengel die zijn kopje boven de grond stak. Door het warme weer en de zandgrond waarin ze groeien kwam de hergroei toch vroeg op gang.
Tijd om aan te aarden dus. Het is gebruikelijk dit in twee keer te doen. Om zo een snellere opwarming van de berm te bekomen. Daarom wordt er eerst een laag van zo’n 15 centimeter bovenop de asperges gelegd. Door het warme weer duurde het echter niet lang of ook daar kwam er een asperge bovenuit. Tijd dus om de aspergerug volledig te maken, zodat ze zowat 35 centimeter hoog wordt ten opzichte van de naastliggende geulen (dit is ongeveer de plantdiepte van de asperges). Druk de berm daarbij stevig aan en maak deze bovenaan voldoende breed (35 cm breed bovenaan, 60 cm onderaan). Let er goed op dat het midden van de berm perfect boven de aspergerij ligt. Eventueel zet je lange bamboestokken om de planten te markeren en maak je daarna de grondberm.
Zwart/wit folie
Om niet iedere morgen te moeten controleren of er asperges de kop opsteken en om te vermijden dat ze het aspergekopje verkleurt wordt er best zwart doek of plastic op de rug gelegd. Het zwarte afdekmateriaal zal tevens de oogst vervroegen. Toch wacht je best niet te lang met oogsten onder de zwarte folie. Zeker bij warm weer worden ze dan te lang en kleuren ze roze.
Best is zwart/wit folie te gebruiken. Tijdens een koud voorjaar kan je dan de zwarte kant boven leggen om de groei te versnellen. Tijdens een warm voorjaar leg je beter de witte kant boven om zo een te snelle groei van de asperges te vermijden. Bij een te snelle groei door een te hoge temperatuur onder de plastic zijn de asperges dunner en is de culinaire kwaliteit minder goed. Droge grond bovenop de ruggen moet vermeden worden. Maak ze desnoods eens nat. Zo vermijd je roze koppen.
Oogst
Tot voor kort werd steeds voorop gesteld om van een tweedejaarsplanting niet te oogsten. De laatste jaren raadt men aan een kleine oogst te doen van bijvoorbeeld 3 tot vier stengels per plant, wat overeen zou komen met een oogstperiode van twee à drie weken.
Voordelen die dan aangehaald worden zijn :
– stimulatie van de knopvorming op de wortelstok, en dus tijdens de zomer meer stengels en meer loof per plant. Daardoor wordt de groei van de vlezig wortels bevordert, zodat deze extra veel reservestoffen kunnen opslaan voor het volgende jaar.
– bescherming tegen nachtvorst, aspergestengels zijn namelijk gevoelig voor bevriezing. Om te vermijden dat de eerste stengels bevriezen is het dus misschien beter om ze te oogsten. Dit jaar lijkt dit (voorlopig) niet van toepassing.
De eerste oogst van de asperges, geplant in 2008, had al plaats op 16 april 2009, een tweede oogst op 23 april 2009. Er wordt langsheen de asperge wat aarde weggegraven, zodat de asperge op een lengte van zo’n 25 centimeter kan afgesneden worden. Daarna wordt het putje weer dicht gemaakt.
In de vorige artikels kon u lezen dat het om slechts 11 planten gaat. Nog een geluk dat het zo’n groeizaam weer was. Zo kon de oogst meteen flink van start gaan en was het niet nodig om wat asperges in de koelkast te bewaren om, dan samen met een tweede oogst enkele dagen later, een volledig maal te vormen. Want eigenlijk is 11 planten wat weinig. Dat kan je hier lezen in dit bericht van Jan.
Door deze snelle groei zit de oogst van deze tweedejaarsaanplanting er ook snel op. Er werd besloten om na de tweede oogst de asperges te laten uitgroeien. Zo spelen we op zeker en vermijden we dat de plant te veel verzwakt wordt. Volgend jaar kunnen we dan al iets meer en langer oogsten, tot einde mei. Daarna kan de oogst steeds plaatsgrijpen tot 24 juni.
Het is best de geoogste asperges eerst een paar uren in koud water te leggen. Daarna wikkel je ze in een vochtige doek en wat folie en bewaar je ze zo in de ijskast. Maar vers zijn ze natuurlijk op hun best.
Na de oogst
Straks zal het loof hard gaan groeien en is het zaak het loof gezond te houden, maar ook van voldoende voeding te voorzien.
Je kan vooraleer de ruggen lichtjes af te graven een matige hoeveelheid compost in de geulen tussen de ruggen aanbrengen. Dit kan ook tijdens het vroege voorjaar bovenop de aspergebedden om deze dan wat door de grond te mengen met een spitvork.
Na het afgraven strooi je nog een matige hoeveelheid samengestelde meststof (bv 40 g/m² 12-10-18 of 80 g/m² 6-7-8) Half juli zullen we nog eens bijbemesten met dezelfde hoeveelheid samengestelde meststof. De eerste dosis meststof kan ook vroeger op het jaar gegeven worden tijdens de maand maart.
Vergeet niet om toch tweejaarlijks tijdens de winter het aspergeperceel te bekalken met 100g/m².
Geef een reactie