Klik op de foto’s voor een vergroting.
De zaden worden twee maal zo groot nadat ze een nachtje in het water gelegen hebben.
Na het vullen van de potjes of sets van potjes de potgrond aandrukken zodat de zaden wat dieper komen te liggen.
Twee zaadjes per potje leggen, of grotere potten nemen en daar een tiental zaadjes inleggen.
Dit is dan om later als afzonderlijke planten uit te planten.
Na een week of zo komt er een witte wortel tevoorschijn.
Na twee weken (ten vroegste) komt het stengeltje en de eerste blaadjes boven. Bemerk dat de zaadlobben onder de grond blijven, dit in tegenstelling tot slabonen en erwten.
Een mooie opkomst
Deze planten zijn klaar om af te harden, dat wil zeggen, gewoon worden aan de buitentemperatuur gedurende een tiental dagen.
Als de weersomstandigheden het toelaten kan geplant worden. Tuinbonen zijn niet gevoelig voor de vorst. Maak een ruim plantgat
De plantjes hebben dan al stevige wortels. Haal de planten voorzichtig uit de pot.
Met twee zaden per potje plant je de volledige potkluit in een voldoende diep plangat. Er mogen wel geen bladeren in de grond gaan natuurlijk. Deze ’tweelingen’ planten we op 70×20 centimeter.
Om losse planten te kunnen poten maken we een sleufgat, dat wil zeggen, een smal, maar diep plantgat.
Tuinboon, heeft sterke, dikke wortels, het kan geen kwaad de plantjes die dicht opeen gezaaid zijn uit elkaar te halen en elk afzonderlijk uit te planten, bijvoorbeeld op 70×13 centimeter
De plantjes zijn makkelijk en zonder veel gevaar voor schade uit elkaar te halen.
Laat een antwoord achter aan Rijk van Bennekom Reactie annuleren