Rode kool

Met rode kool kleurt de herfstmoestuin robijnrood

Brassica oleraceae convar. oleracea var. rubra


Met zijn blozende rode kleur heeft de rode kool een grote aantrekkingskracht, zowel in onze tuin op een zonnige herfstdag, als  op de groenteplank in de keuken.
Rode kool werd in de Romeinse tijd Europa binnengebracht. De Romeinen waardeerden de rode kool voor zijn gezondheidseigenschappen zijn uitstekende smaak.
Dat sommigen niet echt happig zijn op rode kool heeft bijna alles te maken met de bereidingswijze. Al te vaak wordt rode kool te zacht gekookt. Met een fletse, waterachtige smaak tot gevolg. Kook de schijfjes rode kool in een beperkt hoeveelheid vocht en zorg ervoor dat ze nog net knapperig zijn. Nog lekkerder worden ze met toevoeging van wat appelschijfjes en suiker. Verder kan je nog experimenteren met azijn, ajuin en kruiden.
Het eetbare hoofd van de rode kool is een grote eindknop die uit een groot aantal stijf tegen elkaar groeiende, overlappende bladeren bestaat.


Om vroeg rode kool te oogsten, kun je zaaien begin maart, onder glas of plastiek. Om het verspeenwerk uit te sparen kun je de zaadjes zo’n halve tot één centimeter diep leggen in potjes (diameter 10cm) gevuld met zaaipotgrond. Door potgrond te kiezen vermijd je aantasting door zwartpoten. Dit is een kiemplantenziekte die typisch is voor koolgewassen. Zaai in een niet al te warme ruimte en een plaats met veel licht. Zo vermijd je dat de zaailingen te week en te langgerekt zouden zijn. De zaden kiemen na 7 tot 10 dagen. Na drie tot vier weken zijn de plantjes groot genoeg om af te harden. We plaatsen de plantjes, nog steeds in hun pot, buiten gedurende één week. Daarna kunnen we uitplanten. Variëteiten geschikt voor de lenteteelt hebben een lossere bladstand  De tijd om volledig uit te groeien is ook korter. Herfstvariëteiten hebben een vastere krop en groeien langer. Daarom zijn ze ook beter geschikt om te bewaren.
Rode kool planten kan nog tot half juni, liefst niet voor 1juni indien we echte bewaarkool wensen te telen.
Alle gegevens over zaai- en plantdata bij het teeltschema van rode kool


Zoals alle koolsoorten houdt rode kool van een vruchtbare, ietwat zware grond met een pH 6,5 tot 7,5. Voor de vroege teelten zijn lichte gronden wel beter geschikt. Is het de bedoeling grote kolen te oogsten, die ook nog gedurende een langere tijd tijdens de winter kunnen bewaard worden, dan zijn zwaardere grondsoorten beter geschikt.
Plant uit op een goed bemeste, goed gedraineerde grond met een tussenafstand van 60 cm.
Als je te maken hebt met lichte grond en er het laatste jaar geen bekalking meer geweest is zal je best in het vroege voorjaar een bekalking uitvoeren.
Druk de grond rond de planten goed aan en geef ze een flinke slok water. Kolen zijn eigenlijk gulzige planten. Daarom werken we voor het planten een ruime hoeveelheid organische mest in. Eventueel harken we ook nog wat stikstofrijke meststof in vlak voor het planten.
Bewerk de grond tussen de kolen voorzichtig, want rode kool heeft een ondiep wortelstelsel.
De herfsteelt kunnen we nog eens bijbemesten met een stikstofrijke meststof. Waarom niet eens bijbemesten met bloedmeel, een organische meststof die op korte tijd heel wat stikstof kan vrijgeven. Rode kool houdt niet echt van een warme, droge zomer. Zeker de late variëteiten groeien dan te snel, met het vroegtijdig splijten van de kool tot gevolg.


Geen groentetuin of weinig ruimte? Plant eens een paar rode kolen in de bloemenborder! Het zijn kleurrijke blikvangers tussen de andere éénjarigen.
De rode kleur bij sommige groenten, zoals rode kool, zou insecten ontmoedigen. Maar rode kool zou geen koolsoort zijn als we niet op onze hoede moeten zijn voor schade door de koolvliegmade en door rupsen.
Onze grootste vrees is hier natuurlijk de koolvlieg. Het leggen van een koolkraag rond iedere stam kan heel goede resultaten hebben. Je kan dit makkelijk zelf maken met stukjes rubber van een oude fietsband. Rond uitknippen en dan een insnijding maken tot halfweg zodat de cirkel rond de plant kan gelegd worden. Op die manier kan de koolvlieg geen eitjes afzetten vlak bij de stam. De witgele maden die hieruit ontstaan en normaliter de stam en de wortels aanvreten zullen de afstand (die gemaakt wordt door de koolkraag) niet kunnen overbruggen. Maar ook tijdens de plantenopkweek is het opletten geblazen, vooral bij de latere zaaiïngen, want koolvlieg wordt pas actief ergens in april, afhankelijk van de temperaturen.
Knolvoet kan alle koolgewassen  aantasten.
Deze bekende schimmelziekte die de wortels doet opzwellen komt minder voor bij voldoende hoge pH. Verder is het belangrijk dat je de grond na het planten open houdt en niet laat toeslaan door regenval of water geven. Een slechte structuur bevordert eveneens het optreden van knolvoet. Natuurlijk planten we ten vroegste na vier jaar opnieuw kolen op een perceel.


Zorg ervoor dat je op tijd oogst. Ben je tevreden met het gewicht kan je best oogsten. Rode kool kan immers openbarsten indien we ze te lang laten staan.
Bij de minste barsten die je opmerkt moet je niet meer afwachten.
Bewaarkolen worden geoogst voor de vorst. Zoniet treedt er inwendige bruinverkleuring op tijdens de bewaring.
Rode kool om te bewaren oogst je in november, voor de eerste vorst. Dan kan je ze bewaren in een zeer koele, maar vooral luchtige ruimte. Je kan de kolen, na de buitenste bladeren verwijderd te hebben, omgekeerd aan de stam ophanden in een schuur of kelder. Of je kan de kolen stapelen in bakken, telkens één laag per bak zodat er voldoende luchtstroming doorheen kan.

Bronnen – Literatuur – foto’s :
http://www.kiriya-chem.co.jp/tennen/image/cb.jpg
http://www.bindingstevens.com/cabbage-mammothredrock300.jpg
http://www.flandria.vlam.be/products/_images/kool_rodekool.jpg
http://www.gardenguides.com/articles/redcabbage.htm
http://64.49.223.20/~tuinkran/plantengids/groenten/schema/koolgewassen/kgkoolrode.htm