Meerjarige groenten
Zeekool Crambe maritima
Brassicaceae Koolgewassen Algemeen
Herkomst
Gebruik
Plantkundige kenmerken
Soorten en teeltwijzen Zeekool kan op een goede standplaats en bij goed onderhoud en regelmatige verjonging 20 jaar op dezelfde plaats groeien. Een plaatsje in de vasteplantentuin kan best. De basis voor de teelt is de wortelstok die in het voorjaar de gebleekte scheuten zal produceren.
Standplaats en bemesting
Bodem Vruchtwisseling Teel zeekool niet op een plaats waar de laatste vijf jaar koolgewassen stonden.
Licht Een luchtige, open, zonnige plaats is gewenst
Bemesting Opkweek Zaaien Kras de kurklaag op de zaden wat los om de kieming te bevorderen. De opkomsttijd bedraagt toch nog een kleine maand. In openlucht in april telkens 4-5 zaadjes leggen in putjes van 2 cm diep. Van de bekomen plantjes wordt er telkens één behouden. In de koude bak zaaien in maart. Als de plantjes 2-3 bladeren hebben neem je de ramen overdag weg. Enkele dagen later helemaal.. Ook kan er in maart onder glas in potten gezaaid worden.
Wortelstek Wortels van 1 à 1,5 cm diameter worden in maart-april op 5cm lengte gesneden, best van 3-4 jaar oude moederplanten. De bekomen wortelstokken moeten alle in dezelfde richting gehouden worden, om bij het inpotten het bovenste van het onderste uiteinde te kunnen onderscheiden. De bekomen wortelstokken worden geplant in potten van 12 cm diameter. Voor het inpotten wordt potgrond gemengd met zand gebruikt. De stekken worden diep geplant, zodat het bovenste gedeelte van de wortelstokken een weinig boven de grond uitsteekt. Uitlopers In maart uitlopers afnemen. Dit
zijn scheuten die een eindje ver van de moederplant boven de grond
uitkomen. Laat er, zo mogelijk een eindje wortel aan. Zet ze in potten
en teel onder glas tot eind april. Planten Op een diep bewerkte grond worden de planten eind mei uitgeplant op een afstand van 50 x 50 cm. Zaailingen met losse wortel worden geplant als ze 4-5 blaadjes hebben.
Verzorgingstips Verwijder de bloemstengels als u steviger planten wil bekomen. Het eerste jaar bestaan de onderhoudszorgen in het ophakken en het zuiver houden van de grond. Al naar gelang de groei kan je bijbemesten. Bij het invallen van de winter neem je de gele, verdorde bladeren weg en maakt je om de twee lijnen een klein voortje om het overtollige water af te leiden. Het tweede jaar wordt de grond in de lente ondiep opgestoken.
Oogsten en bewaren. Het derde jaar eind februari, onmiddellijk na de winter, worden de planten flink gereinigd. En worden een weinig aangeaard. De struiken worden bedekt met kisten, emmers of ander materiaal waar er geen licht doorheen kan. Wanneer het warm weer is en de vorst uitblijft ontwikkelen de scheuten snel. Zodra de scheuten 20 cm lang zijn worden ze afgesneden. Snij op 2-3 cm boven de wortelkraag, dan kan nog een tweede keer geoogst worden. Een tweede oogst zal de plant extra uitputten. Na de oogst moeten de planten nog voldoende tijd krijgen om door te groeien en reservesap vormen voor de oogst van het volgende jaar Om een vroegere oogst te bekomen zet u voor de winter enkele hoofdwortels in een grote pot. Plaats deze op het gewenste tijdstip tijdens de winter in een ruimte bij 15-20°C en scherm af voor het licht. Een vijftal weken later kan er geoogst worden
Mogelijke problemen De zeekool heeft nauwelijks te lijden van aantastingen. Alleen aardvlooien en slakken zijn soms spelbrekers. Bij teelt op gronden waar een koolgewas stond kan knolvoet optreden. Ook zwartrot, een bacterieziekte, kan toeslaan en de bladeren doen vergelen alsook de wortels doen afsterven. Zorg er daarom voor de plant niet al te weelderig te telen.
Dit was een voorbereidende tekst over de teelt van
zeekool uit de
Groente & Fruit Encyclopedie. Deze tekst blijft beschikbaar tot
01/03/2008. |