De bouw van de tomatenbloem
Zelfbestuiver
Tomaten zijn zelfbestuivend. Dat wil zeggen dat het voldoende is dat er stuifmeel op de stamper komt van dezelfde bloem. Na een goede bestuiving volgt normaal gezien ook een goede bevruchting en zal het vruchtbeginsel uitgroeien tot een tomaat.
Bouw van de bloem.
De meeldraden van de tomatenbloem zijn vergroeid tot een soort kokertje dat zich rond de stamper sluit.
Natuurlijke bestuiving
De bestuiving komt gemakkelijk tot stand bij normale, goed gevormde bloemen. De meeldraden, die als een zuiltje om de stijl gerangschikt staan, springen bij volle bloei in lange spleten open. Gedurende de bloei wordt ook de stijl van de stamper langer. Hierdoor wrijft hij langs de geopende meeldraden en komt zo in contact met het stuifmeel.
Hulp bij de bestuiving.
In principe kan de bestuiving dus goed verlopen zonder onze tussenkomst. toch nemen we best onze voorzorgen en is het bewegen van de bloem eigenlijk noodzakelijk om stuifmeel te doen loskomen.
Buitentomaten
Bij tomaten die in open lucht staan is de wind dan ook voldoende om het stuifmeel los te maken. Als er dan al een voordeel zou zijn aan het telen van tomaten in open lucht, dan is het dat misschien.
Serretomaten
In de kas is het bijna altijd nodig om het stuifmeel kunstmatig los te maken.
Bestuiving bij de beroepstuinders
Trillen met trilapparaat
In vaktaal noemt men dit “het trillen van de bloemen”. Bij beroepstelers werd dit destijds gedaan met een trilapparaat dat korte tijd tegen de steel van de tros gehouden werd. Dit werd vooral gedaan bij de vroege teelt van tomaten omdat dan de groeiomstandigheden het minst optimaal zijn.
Foto : trilapparaat.
Trillen met stok
Bij een zomerteelt zijn de bloemen vruchtbaarder en komt het stuifmeel makkelijker los. Dan werd bij de beroepstelers het trillen dikwijls beperkt tot het “slaan tegen de draden of de touwen”. De plant werd dus bewogen door, al stappend tussen de rijen tomaten, de armen wijd open te houden en met een stok in iedere hand, de draden te bewegen door er rakelings langs te passeren.
Hommels
Sedert eind jaren tachtig werd het trillen op de bedrijven vervangen door hommels. Door een speciale kweektechniek werd het mogelijk hommels te doen vliegen op tomatenbloemen. Dat is niet zo vanzelfsprekend! Want, hebt u al eens bijen of hommels tomatenbloemen zien bezoeken in uw kas of in open lucht? Hoogstwaarschijnlijk niet. Tomatenbloemen zijn net zo min geliefd als een café zonder bier.
Bloemen zonder nectar.
Tomatenbloemen bevatten geen nectar! En dat is, voor zover mijn kennis over de voedingsgewoonten over hommels en bijen reikt, één van de essentiële voedingsstoffen waar bijen en hommels naar op zoek gaan. Enkel het stuifmeel is beschikbaar in tomatenbloemen, en gelukkig in grote mate. Doordat de hommelnesten in de professionele serres voorzien worden van “suikerwater” vliegen de hommels toch op de tomatenbloemen in kas. Zo verzamelen ze stuifmeel. Terwijl ze dit doen bewegen ze ook de bloemen en is de bestuiving verzekerd. Wanneer een hommel een tomatenbloem bezoekt, zal de bloem na enige tijd een bruinverkleuring van de meeldraadbuisjes laten zien. Zo gebeurt de controle van de bevlieging.
Foto : hommels laten bijtsporen op de bloemen na.
Bestuiven bij de hobbytuinder.
Voor de hobbytuinder is het niet mogelijk om hommels dit werk te laten doen, al was het maar omwille van de kostprijs van één zo’n hommelnest. Wij blijven aangewezen op het trillen van de bloemen.
Drie tips bij het trillen van tomaten.
Wanneer trillen?
Het stuifmeel moet voldoende droog zijn om los te komen van de meeldraden. De stamper moet ook nog voldoende vochtig zijn opdat het stuifmeel er zou willen aan kleven.
Uit het bovenstaande leiden we af dat het ideale moment om te trillen zich voordoet in de late voormiddag, en dat is -met het zomeruur in gedachten- rond 12 uur. Als je dan tegen de bloempjes tikt zie je dikwijls het stuifmeel dwarrelen. Dit tijdstip geldt op een normale, ietwat zonnige dag. Regent het de hele voormiddag en klaart het in de namiddag uit, dan is 16 uur ook een goed tijdstip om te trillen.
Hoe trillen.
De beste manier is met een stokje of met de vingers tegen de tros van de tomatenbloemen tikken. Heb je veel tomatenplanten en vind je dit onbegonnen werk dan kan de planten zelf bewegen, bijvoorbeeld door tegen draden of touwen te slaan.
Hoe dikwijls trillen.
De stempel van de stamper is zelfs al enkele dagen voor de bloei ontvankelijk voor het stuifmeel. Drie tot vier dagen na het opengaan van de bloem is deze ontvankelijkheid het grootst. Daarna daalt dit snel. Daar kan je uit afleiden dat drie keer per week trillen voldoende is. Kies dan ook een zonnige dag uit, zodat het stuifmeel gemakkelijk loskomt.
Waarom volgt na bestuiving geen bevruchting.
– Te warm.
De optimale kiemingstemperatuur voor stuifmeel is 25°C. Bij temperaturen van 35°C is de kieming zwak en boven de 40°C lukt het niet meer. Vanaf 14°C neemt de kieming duidelijk af en bij 7°C is er geen kieming.
Zowel bij koude nachten (vroege voorjaar) als bij te grote hitte (zomer) kan het zijn dat er de vruchtzetting te wensen overlaat. Als de temperatuur langdurig boven de 35°C blijft zal de kieming van het stuifmeel niet meer goed verlopen. Waardoor de bloempjes geen vruchten vormen en afvallen. Of, in het beste geval “knopen” vormen, dat zijn tomaten ter grootte van een duivenei, die geen zaad bevatten.
Foto : slechte bevruchting na een hittegolf.
– Te zware vruchtbelasting
Als er onderaan de plant al enkele trossen zijn met zeer veel vruchten zal de plant energie tekort komen om nog een goede vruchtzetting te hebben bij de hoger gelegen trossen. Dit zal vooral te zien zijn bij grootvruchtige tomaten, vleestomaten in het bijzonder. Om te vermijden dat er geen vruchten komen op de vierde of vijfde tros is het belangrijk dat er bij de eerste trossen aan trossnoei gedaan wordt. Dit betekent dat we bij vleestomaten het aantal vruchten beperken tot 5-6 per tros. Vooral aanbevolen voor wie wil dat de plant ook later in het seizoen nog goed doorgroeit.
Foto : trossnoei, “punten” van de tros.
– Zwak groeiende planten.
Planten die zwak groeien zullen ook moeite hebben om voldoende vruchtzetting te hebben. De kwaliteit van het stuifmeel neemt dan af. Planten met kurkwortel zullen daar zeker onder leiden.
– Dubbele bloemen
Soms zien we op tomatenplanten dubbele bloemen. Uit deze bloemen ontstaan steeds misvormde vruchten. Soms is dit eigen aan de soort. Soms is dit een tijdelijk fenomeen bij tomatenplanten die een te koude opkweek gehad hebben. Door de specifieke bouw van dergelijke dubbele bloemen verloopt de bestuiving niet altijd even goed. Hierbij denk ik aan Beefsteaktomaten. Dubbele bloemen hebben veel meer dan vijf kroonblaadjes en ook de stuifmeelkoker is veel breder. Uit dergelijke bloemen ontstaan altijd geribde, ietwat brede vruchten.
Foto : “dubbele” bloemen bij vleestomaten.
– Zeer grote trossen
Het is niet altijd zo, maar als een plant zeer grote trossen heeft, kan het zijn dat een vrij groot percentage van de bloemen geen vruchten vormt. Hierbij denk ik met name aan enkele types Coeur de Boeuf en aan Beefsteaktomaten.
Laat een antwoord achter aan Guy Reactie annuleren