Dit persbericht werd toegestuurd door Velt (www.velt.be) , uit het tijdschrift Seizoenen, november-december 2008, p. 12-13 (Tekst : Luc Vanhoegaerden).
Met dank aan lezer Jos Pauwels die één van de acht Velt-tuiniers is die het ras dit jaar uitprobeerde. Zijn persoonlijke bevindingen en zijn foto’s vindt u na dit artikel.
In haar ledentijdschrift Seizoenen van februari-maart 2007 besprak Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren uitvoerig de levenswijze van de Phytophtora-schimmel, die de aardappelplaag veroorzaakt. Velt wees er toen op dat de plaagresistentie verschilt van ras tot ras. In de veredelingssector gaat men immers voortdurend op zoek naar rassen met een duurzame resistentie, die ook de nieuwe varianten van de schimmel aankunnen.
Sarpo Mira scoort sterk
Van 2002 tot 2006 liep een proefprogramma binnen het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (PCBT) met als doel de plaagresistentie tegen Phytophtora in het aardappelloof na te gaan bij een aantal commercieel beschikbare rassen. Tegelijkertijd werd de bestendigheid van deze resistentie in de loop van de testperiode geëvalueerd.Niet minder dan 56 rassen werden in het onderzoek getest. Eén ras, Sarpo Mira, kreeg de hoogste score voor plaagresistentie in het loof: sterk tot heel sterk.
Bekijk info over plaagresisitentie bij deze 56 rassen.In een voortgezet onderzoek van het PCBT bevestigde het ras in 2008 zijn hoge resis-tentiegraad. Het weerstond immers met glans de hoge plaagdruk die zich vanaf begin juni 2008 voordeed bij de aardappelteelt.
Nieuwsgierig
Door intensieve veredeling legde een Hongaars kweekprogramma in de vroege jaren 1980 de basis voor het ras Sarpo Mira. Begin 2001 kwam het ras voor het eerst voor op de rassenlijst in Groot-Brittanië, en momenteel wordt het ras vanuit Denemarken verdeeld in Europa. Sarpo Mira is een late, licht bloemige tot vastkokende ovale aardappel met wit tot crèmekleurig vruchtvlees en met een roze tot rood aanlopende schil.Sarpo Mira maakte ons nieuwsgierig. Dus onderwierpen we dit aardappelras tijdens het voorbije groeiseizoen aan een veldtest in een biotuin. We kregen voor ons testprogramma – klassiek geteeld – pootgoed van het biobedrijf ‘De Brabander’ in Kersbeek-Miskom.
Frietjes?
Einde april 2008 zetten Velt-tuiniers 12 kg pootaardappelen uit op acht groentetuinen in Limburg (Dilsen-Stokkem, Hoeselt, As en Zepperen), Vlaams Brabant (Berg-Kampenhout, Veltem, Wilsele) en Brussel (Sint-Stevens-Woluwe). De testgronden varieerden van zeer droog grof zand en lemig zand tot lichte zand-leem- en vochtige leemgrond.Het ras gaf na een viertal maanden een tiental fors uitgegroeide knollen per struik. De opbrengst op de testpercelen lag gemiddeld rond 1,3 kg per struik. Door het grote formaat van de knollen is Sarpo Mira een aanrader voor liefhebbers van frietjes.
Karakteristieken
De teelt van Sarpo Mira toont een aantal opvallende kenmerken:
• Het pootgoed liet zich eerder moeilijk voorkiemen. De beste resultaten werden verkregen door scheutvorming binnenskamers, op een laagje vochtig gehouden overjaarse compost gemengd met kokosvezel.
• De groen-grijs gekleurde bladeren plooiden dicht bij valavond.
• Het uitbundig groeiende gewas stoelde breed uit en had een lange stengelgroei.
• Het afrijpen begon pas laat in het seizoen, vanaf midden september.
• In vergelijking met andere klassiek geteelde aardappelrassen leek Sarpo Mira ons weinig wind- en droogtegevoelig.
Ziektresistentie
Wat ziekteresistentie betreft, stelden we een zekere schurftgevoeligheid op de knollen vast. Op enkele groeiplaatsen was er een beperkte aantasting door Alternaria merkbaar.Wat bovenal opviel was de zeer sterke weerstand van Sarpo Mira tegen de aardappelziekte in het loof. Alleen op de erg natte tuingronden in Zepperen en Dilsen-Stokkem werden er tijdens het rooien enkele aangetaste knollen gesignaleerd.
Gevoeligheidsresitentie
Het mechanisme dat Sarpo Mira een sterke weerstand geeft tegen Phytophtora, is bekend als de zogenaamde ‘gevoeligheidsresistentie’. Eenmaal de schimmel is binnengedrongen in een plantencel sterven door ‘overgevoeligheid’ de omringende cellen af. De schimmel kan zich niet verder ontwikkelen. Daardoor blijft de aantasting lokaal. De sporenvorming wordt ingedijkt. Bij een hoge infectiedruk, zoals dat in 2008 op al de testplaatsen het geval was, vertoonden de bladeren karakteristieke, kleine ingedijkte zwarte plekjes op afgestorven bladgedeelten.
Conclusie
De uitgevoerde Velt-test bevestigde de PCBT-resultaten: Sarpo Mira biedt ook voor de gewone biotuinier goede teeltperspectieven.Het ras Sarpo Mira vormt momenteel een waardevol alternatief in de jaarlijks weerkerende strijd tegen de Phytophtora-schimmel. Samen met andere resistente rassen die in de beroepsteelt in ontwikkeling zijn (Bionica, Biogold) maakt het een aardappelteelt met een beperkte Phytophtora-aantasting absoluut mogelijk. De Deense verdeler van Sarpo Mira (Danespo) wil in 2009 biologisch pootgoed van Sarpo Mira op de markt brengen. Vanaf 2009 vind je bij Ecoflora ( www.ecoflora.be ), onder voorbehoud, pootgoed van Sarpo Mira.
Bovenstaand artikel is © Velt vzw. Auteur : Luc Vanhoegaerden.
Tot hier het persbericht, hierna vindt u de persoonlijke bevindingen en de foto’s van Jos Pauwels.
Klik op de afbeeldingen om de originele grootte te zien
Jos stuurde mij op 22/08 volgende bericht.
Wat opvalt is de vlakke bladstand van de jonge planten overdag en ’s avonds richten de stengels zich naar boven. Terwijl de andere aardappelen (Charlotte, Nicola en Cornes de gattes) zonder bespuitingen al gerooid zijn staan de Sarpo Mira er nog zeer groen bij met een zeer weelderig gewas.
Opvallend is dat bij sommige planten de onderste bladeren hier en daar een bruin plekje vertonen. Het bladmoes verdroogt alleen op die vlek. De rest van het blad blijft mooi groen. De stengels blijven maar doorgroeien.
Ik ben echt benieuwd hoe lang ze het nog zullen uithouden en naar de opbrengst en de smaakkwaliteiten.
En dit schreef Jos later, na afloop van de Velt-proef in zijn groentetuin
Sarpo Mira was eerst afgerijpt eind oktober. De gemiddelde opbrengst lag rond de 2 kg per struik. Er is wel een zekere schurftaantasting op de knol. Het vruchtvlees is wit, de knol is zeer hard (moeilijk door te snijden), de smaak vind ik persoonlijk als kookaardappel niet zo lekker. Deze is onvergelijkbaar met Charlotte, Ratte, Cornes de Gattes.
Als frietaardappel is hij nogal aan de droge kant maar met de baktijd iets te verminderen zou dit wel eens anders kunnen zijn. Tenslotte als pureeaardappel is hij wel lekker.
Laat een antwoord achter aan Frans de bie Reactie annuleren