Rattenstaartjes – Radijsvruchtjes – Slangenradijs -Raphanus sativus
(Rat’s tail – Podding radish)
Heb je zin om eens een groente te telen waar je geen omkijken naar hebt?
Een groente die zo groeikrachtig is dat hij dwars door iedere plaag of ziekte heen groeit?
Een groente die je in de herfst of het jaar daarna niet opnieuw moet zaaien, omdat, als je de afgestorven groente opruimt, de grond al vol staat met nieuwe zaailingen?
Een groente die een overvloed aan pittig smakende vruchtjes voortbrengt het hele voorjaar, zomer en herfst? En dit al zeven weken na zaaien?
En toch is de naam rattenstaartjes of slangenradijs niet te danken aan de uitbundige, weelderige, wilde groei van deze groente. De radijssoort wordt niet geteeld voor de knol, maar voor
de knapperige, vlezige hauwtjes (de plantkundige naam voor vruchtjes van kruisbloemigen) die gemiddeld zo’n vijftien centimeter lang worden. Het zijn deze conische, lange vruchtjes die de groente ook de naam rattestaartjes bezorgden. Of je kan ze vergelijken met kleine kronkelende slangetjes, vandaar de naam slangenradijs.
Alhoewel deze groente een radijssoort is, levert ze geen eetbare knolletjes
De specifieke, indringende, pittige smaak is een perfecte aanvulling om salades te vervolmaken. Ook in roerbakschotels zijn de radijsvruchtjes een perfecte aanvullende smaakbrenger.
Grond, standplaats en bemesting
Deze plant is absoluut niet moeilijk en groeit op alle grondsoorten, van zwaar tot licht. Enkel sterke droogte kan de plant hinderen. De plant groeit zowel in zon als halfschaduw. Hou er, omwille van de vruchtwisseling, rekening mee dat het een kruisbloemige is met een lange groeiduur. Om typische koolziekten, zoals knolvoet, te voorkomen wordt ze best geteeld op het perceel van de koolgewassen. Bemest maar half zoveel als voor sluitkool of bloemkool, de groei is zo al weelderig genoeg. Het is immers een vruchtgroente. Een 50 gram per m², bv van een meststof met benaderende samenstelling 8-8-12, is voldoende op voedzame grond.
Zaaien
Net zoals radijzen kan je deze groente al heel vroeg op het seizoen zaaien. Van einde maart tot begin augustus is de meest voorkomende zaaiperiode. De zaden zijn vrij groot, en zien er net zo uit als radijszaden. Je kan dus gerust de zaden met een halve tot één cm grond afdekken. Volgens de leverancier zaai je de rijen op 30 centimeter afstand. Maar gelet op de hoogte van de volwassen planten en de zeer sterke groei mag is het beter de rijen op een halve meter afstand te zetten. Alhoewel, het is nog maar de vraag of je meer dan één rij van deze groente moet zaaien. De oogst is overvloedig en het gebruik is eerder als aanvullende, smaakbrengende groente. Heel veel planten heb je dan ook niet nodig. Twee weken na zaaien zijn de plantjes al gekiemd. Na opkomst wordt uitgedund op een ruime afstand van 25 centimeter.
Wil je het hele jaar wat radijsvruchtjes oogsten, dan zal je best minimaal twee keer of beter drie keer zaaien. De zaaiing van april is zowat uitgebloeid in juli. Begin juli wordt dan ook opnieuw gezaaid.
Groei en oogst
In het begin vormen zich grote, weelderige bladeren.(foto 1) Acht weken na zaaien verschijnen de eerste bloemen (foto 2) en dan ook al snel de eerste vruchtjes. De oogst kan vanaf dan wel een kleine twee maanden doorgaan. Oogst de peultjes in jonge toestand. Laat ze niet helemaal uitgroeien. Oudere peulen worden al snel taai en dradering. Sommige hauwtjes ontwikkelen een paarse schijn. Hou er rekening mee dat deze peulen nog net iets indringender zullen smaken.
Deze groente leent zich perfect om zelf zaad over te houden. Laat van één plant de hauwtjes afrijpen op de plant en laat ze daarna opdrogen.
Zaden kan je alvast kopen hier en hier.
Laat een antwoord achter aan Yenk Reactie annuleren